dinsdag 2 september 2025

Curaçao en de bittere sinaasappel

De geschiedenis van Curaçao kent aardig wat dieptepunten. De eerste treurnis was de verovering van het eiland in 1499 door een expeditie onder leiding van de Spaanse conquistador Alonso de Ojeda (1466-1515). Hij is vooral bekend als naamgever van Venezuela, omdat de huizen aldaar hem aan die in Venetië (Italiaans: Venezia) deden denken (Venezuela betekent 'klein Venetië' in het Spaans). Wat de meeste mensen echter willen vergeten is dat hij alle oorspronkelijke bewoners van Curaçao als slaven naar Hispaniola overbracht. Leeg bleef het eiland achter. Pas in 1527 besloten de Spanjaarden het officieel in bezit te nemen als deel van Venezuela.
[De niet zo aardige Alonso de Ojeda]

Curaçao werd een beetje een vergeten eiland, want Venezuela bleek veel interessanter te zijn. Wat de Spanjaarden echter wel deden was het aanplanten van sinaasappelbomen om zeelieden voldoende vitamine C te geven om (de effecten van) scheurbuik tegen te gaan De Spanjaarden meenden dat de Seville, een toen al bittere sinaasappelcultivar, ook op Curaçao goed zou gedijen.

[Opmerking: In veel artikelen over de oorsprong van de lahara wordt gemeld dat de Valencia op Curaçao werd aangeplant. Dat is onjuist. Deze zoete cultivar werd pas halverwege de 19de eeuw in Amerika ontwikkeld]
[Screenshot Senior & Co]

Nederland verovert Curaçao
Gedurende de Tachtigjarige Oorlog (1568–1648), de strijd om de onafhankelijkheid van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tegen de wrede Spaanse overheersers, besloot de West-Indische Compagnie (WIC) Curaçao op Spanje te veroveren. Een speldenprik misschien, maar in 1634 gaven de 30 resterende Spanjaarden zich over en werden gedeporteerd naar Venezuela.

Toen de Nederlanders het eiland in bezit namen vonden ze op het eiland hier en daar kleine sinaasappelboomgaarden. De brandende zon en het droge klimaat waren echter te veel gebleken voor de ooit oranje bittere sinaasappels, waardoor deze eens zo sappige vrucht veranderd was in een bijna oneetbare sinaasappel. Bovendien bleek het vruchtvlees draderig. Sinaasappels verkleuren van groen naar oranje door koelere temperaturen in de herfstmaanden. Daardoor verdwijnt langzamerhand het chlorofyl, waardoor de oranje pigmenten zichtbaar worden. Omdat op Curaçao de temperatuur gedurende het hele jaar aangenaam blijft, zal de bittere sinaasappel nooit oranje kleuren.
De boomgaarden bleven verlaten en de sinaasappelbomen verwilderden. Zo bitter bleken de sinaasappels dat (veel later) zelfs de beruchte allesetende geiten ze niet lusten. Maar het bleek een geluk bij een ongeluk en jaren later ontdekte men dat de schillen van deze unieke sinaasappel, mits langdurig gedroogd door de zon, etherische oliën bevatten met een heerlijke geur. Op Curaçao noemden ze deze sinaasappel de lahara, een verbastering van het Spaanse naranja ('sinaasappel').

Het ontstaan van Blue Curaçao
Aha, zo dachten Haim Mendes Chumaceiro en zijn zakenpartner Edgar Senior, twee op Curaçao wonende Joodse ondernemers in 1896, misschien kunnen we met die geurige schillen een heerlijke likeur maken. Ze lieten de schillen op alcohol trekken en het resultaat was Blue Curaçao, al moest er natuurlijk nog wel een blauwe kleurstof aan de likeur toegevoegd worden.

Tegenwoordig kan iedereen Blue Curaçao produceren, maar de meest originele is natuurlijk de versie die op Curaçao van echte bittere sinaasappelschillen wordt gemaakt. Tot op heden is Senior & Co (sinds 1896) het enige merk ter wereld dat voldoet aan deze twee voorwaarden.
Blauw
Tegenwoordig wordt het merendeel van de Blue Curaçao met synthetische kleur- en smaakstoffen geproduceerd[1]. Ook het blauw van de Blue Curaçao van Senior & Co wordt gecreëerd door toevoeging van de kleurstof brilliant blue (E133), maar theoretisch zou je ook de vlindererwt (Clitoria ternatea) of Anil (Indigofera suffruticosa) voor dat doel kunnen gebruiken. Niet geheel kleurvast, maar je kunt dan wel 'geheel natuurlijk' op je etiket zetten.

Erkenning
Intussen hebben botanici besloten dat de Curaçaose afstammeling van de Seville een officiële ondersoort is geworden en kreeg de benaming Citrus aurantium Currassuviencis, ofwel de 'sinaasappel van Curaçao'. Op Curaçao zelf blijven ze hem gewoon lahara noemen.

[1] Benjamin: Jews of the Dutch Caribbean: Exploring ethnic identity on Curaçao - 2004

Geen opmerkingen:

Een reactie posten