woensdag 31 juli 2024

Mokka en Koffie

Mokka (Al-Mokha of Al-Mukha) is een havenstad, gelegen aan de Rode Zee in het door burgeroorlogen verscheurde Jemen. En wat de meeste lezers al direct zullen vermoeden klopt: de koffiesoort mokka is vernoemd naar deze stad.
Mokka is, in verhouding, nog niet eens zo'n oude stad en het kan zijn wortels terugvoeren tot de 14de eeuw. Van de 15e tot de 17e eeuw was het de belangrijkste handelsplaats voor koffie ter wereld.

De stad behoorde vanaf 1538 tot het Ottomaanse Rijk. In 1636 werd Mokka (en omstreken) een onafhankelijke staat. Van 1849 tot 1918 hadden de Ottomanen de stad opnieuw in handen. Daarna behoorde Mokka tot Jemen.

Vóór de komst van de Ottomanen in Jemen was Mokka een onbeduidend vissersdorpje. De Ottomanen ontwikkelden Mokka als strategisch gelegen havenstad. Mokka werd een belangrijke marktplaats voor veel goederen, vooral koffie (Coffea arabica). De koffie zelf groeide niet in Mokka, maar werd vanuit Ethiopië en het binnenland van Jemen naar de haven in Mokka vervoerd. Tot op de dag van vandaag staan de mokkakoffiebonen bekend om hun sterke, ietwat cacao-achtige smaak.
De bron van koffie
Koffie stamt uit de Hoorn van Afrika, de uiterste oostpunt van het vasteland van Afrika. In dit gebied liggen Ethiopië, Somalië, Eritrea en Djibouti. Ook daar is het chronisch onrustig.

Zo belangrijk werd koffie dat verschillende landen met de eer wilden strijken om de ontdekking van het drinken van koffie op hun naam te krijgen. Er moest dus een verhaal verzonnen worden. Halverwege de 15de eeuw, zo gaat het eerste geloofwaardige verhaal, importeerde Sufi Imam Muhammad Ibn Said Al Dhabhani voor het eerst koffie in Jemen. Het vroegste gedocumenteerde bewijs dat koffie in Jemen werd geroosterd en gedronken is van Ahmed al-Ghaffar en stamt ook uit die periode. Koffie werd gedronken door soefies, aanhangers van een mystieke leer binnen de islam, om alert te blijven tijdens hun misschien slaapverwekkende rituelen.

Het Monopolie op Koffie
De Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), altijd op zoek naar winstgevende handel, had tussen 1620 en 1757 een factorij (handelspost) in Mokka. Ook de Britten, Fransen en Denen hadden handelsposten in de stad.

In het woord 'factorij' herkent iedereen natuurlijk direct het Engelse woord factory ('fabriek'), maar je zult je misschien verwonderen over het verschil in betekenis van beide woorden. Hoe kom je van handelspost (factorij) naar werkplaats (fabriek). Beide woorden stammen af van het Latijnse woord factorium, wat vertaald kan worden als een 'ruimte voor doeners of makers'.

De Val van Mokka
Het bleek voor de VOC nogal lastig dat Mokka een monopolie op de handel in koffie had. Een monopolie had (en heeft) meestal te hoge prijzen tot gevolg. Vandaar dat koene handelaren van de VOC stiekem enkele koffiebonen Jemen uitsmokkelden en overbrachten naar Nederlands-Indië. Op Java verschenen al snel uitgestrekte koffieplantages. De Engelse East India Company deed (uiteraard) hetzelfde en plantte grootschalig koffiebonen in India.

Die paar gepikte koffiebonen bleken de directe oorzaak van de neergang van Mokka.
Tot de 19e eeuw diende Mokka als haven van de Jemenitische hoofdstad Sanaa. Vandaag de dag is Mokka een onbeduidend, vervallen en gebombardeerd haventje, opnieuw een smokkelaarsnest.

Acomo, handelshuis in agrarische producten, begon zijn bestaan in 1908 als de Rubber Cultuur Maatschappij 'Amsterdam' ofwel de RCMA. Het bedrijf plantte op Sumatra grootschalig Indische rubberbomen (Ficus elastica) aan met koffie als onderbeplanting. Een vroege bedrijfsfilm van RCMA is hieronder te zien.

.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten