De parasolden (Pinus pinea) is inheems in het westelijk Middellandse Zeegebied. Hij is al door de Romeinen in andere streken aangeplant en dus noemt men hem voor het gemak tegenwoordig ook inheems in heel Noord-Afrika en de Canarische eilanden. In de dennenappels huizen de zaden ofwel de Pijnboompitten.
![]() |
[Pijnboompitten van de parasolden] |
De grote vraag naar pijnboompitten zorgt voor tekorten op de wereldmarkt. De prijzen rijzen de pan uit en daarom worden pijnboompitten tegenwoordig ook uit Azië geïmporteerd. Daar halen ze hun pijnboompitten uit een aantal verwante dennen. De Koreaanse den (Pinus koraiensis) uit Noordoost-Azië levert veruit de grootste hoeveelheid.
Plotseling verschenen er echter berichten dat het consumeren van pijnboompitten tot gezondheidsklachten kon leiden. Men klaagde over een onplezierige, bittere smaak in de mond die wel een paar weken kon aanhouden. Intussen is er wetenschappelijk onderzoek naar verricht en men noemt het probleem pine nut syndrome of pine mouth[1].
![]() |
[Pijnboompitten van de Chinese witte den] |
De les van dit verhaal: probeer altijd zo authentiek mogelijk te eten. Dus Catz International, laat de Aziatische handelskansen maar liggen.
[1] Munk: Pine mouth (pine nut) syndrome: description of the toxidrome, preliminary case definition, and best evidence regarding an apparent etiology in Seminars in Neurology - 2012
[2] Destaillats et al: Identification of the botanical origin of commercial pine nuts responsible for dysgeusia by gas-liquid chromatography analysis of Fatty Acid profile in Journal of Toxicology - 2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten