donderdag 7 mei 2020

Het vergeten Belgische avontuur van Amsterdam Rubber

De jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw waren roerige tijden voor Acomo, al stond deze toen nog bekend onder de ietwat koloniale naam NV Rubber Cultuur Maatschappij 'Amsterdam' (afgekort tot Amsterdam Rubber of RCMA). Het bedrijf schreef toen al een aantal jaren dieprode cijfers en kon slechts door een omgekeerde overname door Catz International gered worden.
Catz International was in 1856 in de stad Groningen opgericht als Gebroeders Catz door de -jawel – broers Leon en Israel Catz. Het bedrijf groeide gestaag, maar werd in 1973 toch een prooi voor het Engelse conglomeraat S & W Berisford. Drie jaar later werd het bedrijf gekocht door het investeringsvehikel Drying Corporation (Curaçao) van de Oostenrijker/Israelier/Brit* Dov Gottesmann (1929-2011). Deze had zijn fortuin gemaakt via zijn handelscontacten in Afrika en was toentertijd adviseur van Berisford. Zijn vermogen werd geschat op enkele honderden miljoenen guldens.

Na een vervelende juridische strijd onder aandeelhouders wist Gottesmann eind 1982 via Catz International,  eindelijk RCMA over te nemen. Het werd een zogenaamde reverse listing, waardoor Gottesmann voor een aanvaardbaar bedrag een beursnotering voor zijn bedrijf wist verkrijgen.
[Telegraaf: 6 januari 1988]

Maar Gottesmann wilde een deel van zijn investering te gelde maken en in 1987 sloot hij een deal met de Generale Maatschappij van België (ofwel Société Générale de Belgique), ook al een conglomeraat van allerlei bedrijven. Het was een constructie met gesloten beurzen: de Generale Trading Company, dochteronderneming van de Generale Maatschappij, verkreeg (uiteindelijk) 39,78 procent van de aandelen van RCMA en als tegenprestatie brachten De Belgen de handelsmaatschappij Societé Commerciale Anversoise (SCA) in. Dat bedrijf handelde in koffie, thee en katoen. Het was qua omzet vergelijkbaar met RCMA en zou daarmee worden samengevoegd.

Geen probleem, zou de aandachtige lezer op dit moment kunnen opmerken, maar het punt was dat Gottesmann 'vergeten' was dat de RCMA een beursgenoteerd bedrijf was en die moeten aan allerlei regels voldoen. Eentje daarvan was dat je niet onderhands aandelen mag verkopen zonder de medeaandeelhouders daarvan in kennis te stellen. Dat leverde hem een rechtszaak op.

[Volkskrant: 29 juni 1988]

Uiteindelijk is overname van de handelsmaatschappij Societé Commerciale Anversoise teruggedraaid en is uiteindelijk zelfs de Societé Generale de Belgique helemaal ten onder gegaan na een overnamegevecht met de Italiaanse Italiaanse zakenman Carlo de Benedetti. Ook Berisford bestaat niet meer en is veroordeeld tot de geschiedenisboeken.

* Gottesmann had vermoedelijk drie verschillende nationaliteiten. Zelfs over zijn achternaam bestaat geen overeenstemming, want de varianten Gottesmann en Gottesman komen beide voor in de berichtgeving. Zijn zoon Yoav Gottesman zit in de Raad van Commissarissen van Acomo. Red Wood Trust, het beleggingsvehikel van de familie Gottesman, houdt nog altijd een belang van 9,96 procent in Acomo.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten