Maar weinig mensen zullen gehoord hebben van Île de Gorée, een eilandje dat een tijdje tot Nederland heeft behoord. Het ligt een kilometer of drie uit de kust van Dakar, de hoofdstad van het West-Afrikaanse land Senegal. Gorée is maar klein; niet meer dan 900 bij 300 meter.
Het eiland werd in 1444 ondekt door de Portuguese zeeman Dinís Dias die het gemakzuchtig 'Palma' noemde, omdat er palmen groeiden. Portugese ontdekkingsreizigers waren in die periode voorzichtig begonnen met pogingen om een alternatieve zeeweg naar Zuid-Azië te vinden. Onder inspirerende invloed van de Portugese Infante Dom Henrique, o Navegador, bij ons beter bekend als Hendrik de Zeevaarder (1394-1460) probeerden de Portugezen om allereerst de monopolies van de moslims in Afrika te breken.
Nadat de Portugese zeevaarders de zuidelijke grens van de Sahara wisten te passeren, waren de islamitische handelsroutes via karavanen over land omzeild, waarna slaven en vooral goud Portugal begonnen binnen te stromen. Deze omleiding van de handel verwoestte de economie van Algiers en Tunis, maar maakte Portugal schatrijk.
Gorée en de West-Indische Compagnie
In 1617 werd Gorée gekoloniseerd door de West-Indische Compagnie (WIC) die het (uiteraard) goedkoop had gekocht van een stamhoofd van de lokale bevolking. De WIC bouwde een tweetal forten op het eiland: Fort Nassau en Fort Oranje. Het werd een belangrijk tussenstation voor de reizen van en naar het Caraïbisch gebied.
De Nederlanders verloren het eiland in 1663 aan de Engelsen. Het jaar daarop heroverde de bekende zeeheld Michiel de Ruyter (1607-1676) het weer voor Nederland. In 1677 kwam het eiland in Franse handen, maar die moesten in 1758 weer hun meerdere erkennen aan de Engelsen. Volgens de bepalingen van het Verdrag van Parijs in 1763 moesten de Engelsen Gorée weer teruggeven aan de Fransen. Later voegden de Fransen het bij Senegal, hun kolonie. Het eiland bleef Frans tot de onafhankelijkheid van Senegal in 1960.
Gorée en Goeree
Taalkundigen twisten over de oorsprong van de naam Gorée. De een claimt dat afstamt van 'Goe ree', wat 'Goede rede' betekent, terwijl de andere stroming stug volhoudt dat het naar het voormalige Zuid-Hollandse stadje Goeree verwijst. Dit is een onnozele discussie, want de naam van het stadje Goeree was oorspronkelijk Goedereede, wat 'Goede rede' betekende. Gorée ligt beschut in de luwte van een schiereiland met de naam Cap-Vert.
Om toeristen te trekken wordt graag vermeld dat het eiland een bijzonder karakter heeft als gevolg van de vele verschillende overheersers. Felgekleurde huizen geven het een ietwat mediterrane sfeer, zo melden reisorganisaties wervend. In werkelijkheid zijn het er maar een paar. De rest is haveloos en verveloos.
Gorée en Slavenhandel
De geschiedenis vertelt ons dat Gorée een belangrijk inlaatpunt voor slaven naar 'de West' was. Toeristen kunnen er het Maison des Esclaves ('Huis van de Slaven') bezoeken, dat het enige overgebleven slavenhuis op het eiland zou zijn. Het is gerestaureerd om aan het nageslacht de wrede geschiedenis van het eiland mee te geven. Als gevolg van dat gegeven staat het hele eiland sinds 1978 op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
Maar er klopt iets niet aan die geschiedenis. Het is namelijk een mythe. Gorée is veel te klein om een grote rol te kunnen spelen in de trans-Atlantische slavenhandel. Bovendien is er geen betrouwbare zoetwaterbron. Het Maison des Esclaves werd in 1784 gebouwd als woonhuis van Anna Colas Pépin (1787–1872), een welgestelde zakenvrouw van 'gemengd bloed' met enkele huisslaven en – jawel – mogelijk enkele slaven, bestemd voor 'de export'[1].
Hoe komt die mythe dan in de wereld, zo zul je jezelf nu ietwat verwonderd afvragen. De oorzaak is Joseph N'Diaye, de zelfbenoemde gids van het Maison des Esclaves. Om zoveel mogelijk toeristen naar zijn locatie te lokken heeft hij een alternatieve geschiedenis verzonnen.
Blijven hangen in het verleden
Uit onderzoek blijkt dat Gorée eeuwenlang voornamelijk een handelspost was van producten uit het huidige Senegal. Economische activiteiten omvatten de productie van en handel in bijenwas, dierenhuiden en granen. Na de stichting van Dakar in 1857 kwam Gorée in een neerwaardse spiraal terecht. De bevolking daalde. Als je nu over het eiland wandelt, wordt het duidelijk dat Gorée in veel opzichten in het verleden is blijven hangen. Tegenwoordig zijn bewoners en bedrijven afhankelijk van het toerisme.
[1] De Roux: Le mythe de la Maison des esclaves qui résiste à la réalité in Le Monde – 27 december 1996. Zie hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten